Guido Sanders kocht ’s ochtends een brood.
En geraakte eerst ’s avonds terug thuis.
Wat zijn de geneugten van wonen in een wijk zoals de onze? Je stapt ’s ochtends de deur uit voor een brood en je hele dag is voorbij.
Hugo, een lang niet geziene kennis, zit op een caféterras met een koffie.
“Lang niet gezien!” roept hij.
“Logisch, met anderhalf jaar lockdown,” antwoord ik. Rechtstaand praten met iemand die neerzit vind ik altijd wat ongemakkelijk. Geeft een misplaatst meerderwaardigheidsgevoel. En aan een ochtendlijke koffie is moeilijk te weerstaan. Dus we zitten.
“Druk,” begint hij.
“Ben schilderijen beginnen maken en dat schijnt aardig te lukken. Kom maar eens kijken.” Hij troont me mee naar z’n appartement dat half tot schildersatelier is omgebouwd. Tegen de middag ben ik buiten. Op een bank doe ik een babbeltje met de Fred die op straat leeft en wiens levensverhaal ik ooit wil publiceren. Maar hij is er nog niet rijp voor. Vanachter een caféraam zie ik een arm naar me wuiven. Door de zon in het raam zie ik niet wie het. Toch even dichterbij gaan. Een vriend negeren zou een affront zijn. Het is de Karel, een wereldredder die met een vergrootglas alle problemen van de wereld bestudeert en al sakkerend becommentarieert. Gevolgd door luide enthousiaste kreten over nieuwe boeken en films die ik zeker moet lezen/zien. Met m’n eigen brood onder de arm bestel ik een belegd broodje.
Ik loop nog even langs het coStA, want daar is altijd wat te doen. Zowel binnen als onder de hangar. Betonnne Jeugd heeft hier een kwis georganiseerd. De chaos is er niet uit de lucht, maar iedereen amuseert zich kostelijk. In het foyer van het coStA zit een bont uitgedost gezelschap dat duidelijk werkt aan een project. Of ik niet even wil komen kijken naar een repetitie in de theaterzaal? Repetities zijn dikwijls boeiender dan de eigenlijke voorstellingen. Er loopt dan nog altijd wat mis. En bij onderbrekingen wordt het nog duidelijker wat de bedoeling moet zijn. Na afloop begint een oude kennis uit het gezelschap een loftrompet over frieten met vegetarische bitterballen. Ik ben ook niet van steen en we vertrekken richting Bogaardeplein. Maar van frieten krijg je dorst. Dus ergens nog één pintje. Eenmaal thuis is er een programma op televisie over de CO2-uitstoot van verre reizen. M’n aanvankelijke frustratie over een onproductieve lummeldag slaat om in tevredenheid. Wie wil er nu nog op reis als je in Sint-Andries woont? En wat zijn m’n plannen voor morgen? Al zeker niet naar de bakker voor een brood. Te riskant. (Guido Sanders)