Een verdwaalde kogel van de Amerikanen doorboorde per vergissing een filosofisch standaardwerk tijdens een geïmproviseerde vlucht voor de Duitsers.
Zopas verscheen bij uitgeverij Manteau het boek Erfgoed op de vlucht van Bert Govaerts. Het vertelt op een spannende manier hoe tijdens de tweede wereldoorlog – op last van de Duitse bezetter – alle belangrijke kunstschatten en papieren archieven als bescherming tegen de bombardementen moesten worden verstopt in o.a. de kelders van het KMSKA en het kasteel van Lavaux-Saint-Anne. De volledige operatie werd opgedragen aan de toen amper 30-jarige conservator Herman Bouchery van het Museum Plantin-Moretus.
Twee jaar lang bewaakte Herman Bouchery als nieuwe kasteelheer meesterwerken van Jan Van Eyck, Jeroen Bosch, Rubens, Rembrandt en Memling.
Gewapende brandweermannen
De allereerste verhuis waren 102 kisten schilderijen, prenten en archiefboeken van het museum Plantin-Moretus zelf, gestapeld in twee vrachtwagens. Nadien volgden meesterwerken van Jan Van Eyck, Jeroen Bosch, Rubens, Rembrandt en Memling uit musea van over heel Vlaanderen. Twee jaar lang bewaakte Herman Bouchery als nieuwe kasteelheer, samen met z’n vrouw en kinderen, het patrimonium. Hij werd bijgestaan door enkele rijkswachters en (gewapende) brandweermannen.
Rijkswachters als poetsvrouwen
Het boek leest als een spannende thriller over o.a. het politiek getouwtrek achter de schermen, de dubbelzinnige (zeg maar diplomatische) houding tegenover de Duitsers en de angst voor inbrekers en vooral mogelijke bominslagen.
Koken voor 100 geallieerden
Het boek geeft een duidelijke, soms hilarische, inkijk in de praktische besognes. De originele kasteeleigenaar zelf stelde ook nog eens duidelijke eisen in verband met het onderhoud van het kasteel. De rijkswachters en brandlui moesten als poetsvrouwen bvb. de gigantische trap regelmatig in de boenwas zetten. Dan weer moest er worden gekookt voor 100 geallieerden die er tijdelijk verbleven.
Door gebrek aan personeel moest een nieuwe transformator op een mesthoop worden geplaatst.
Witte zeep tegen schimmel?
Amusant, ware het niet zo dramatisch, is de titanenstrijd die moest worden gestreden tegen vochtigheid en schimmel. Na allerlei huis-, tuin- en keukenmiddeltjes (witte zeep, terpentijn tegen schimmel?) kreeg men uiteindelijk vochtregulerende toestellen (uit Rotterdam). Maar dan was de elektriciiteitstoevoer vanuit het dorp weer ontoereikend. Daarom werd een nieuwe, loodzare transformator geleverd, maar zonder personeel om hem het kasteel binnen te brengen. Dan maar op een mesthoop van dezelfde hoogte als de wagen getakeld.
De Gulden passer
En zo wordt de uiterst gewetensvolle Plantinconservator permanent geconfronteerd met zowel technische als diplomatisch uitdagingen. Zelfs in z’n logboek moet men tussen de regels lezen omdat hij de Duitsers niet voor het hoofd wilde stoten. Ondertussen bleef hij (via Frank Van den Wijngaert, zijn vervanger in Antwerpen) het museum beheren vanop afstand. Hij wist waar elk boek stond: middenkast, kant van het raam, 2e afdeling van links te beginnen. En ondertussen schreef hij nog studies en was hoofdredacteur van het bibliofiele tijdschrift De Gulden Passer.
Toen er vermoedens voor roofkunst ontstonden moest alles weer terug worden verspreid.
Boek doorboord
Tijdens het transport – met sommige vrachtwagens zonder dekzeil – hadden boeken tijdens een onweer ook waterschade opgelopen. En door een beschieting (van de Amerikanen, per vergissing) was er ook heel wat schade. Zoals aan het boek van de 16de eeuwse filosoof Michel de Montaigne (wiens essays vandaag nog steeds werden uitgegeven) uit de collectie van het Museum Plantin-Moretus dat werd doorboord door een Amerikaanse kogel.
Tegen het einde van de oorlog vermoedde men een geheim Duits plan om de volledige inboedel als roofkunst naar Duitsland te transporteren. Toen moesten alle kunstwerken en archief uit het kasteel weer ppnieuw worden verspreid over Antwerpen, Gent en Brussel. De kelders van de Nationale Bank bleken dan weer te vochtig. En door het chaotische transport en het lukraak slordig stapelen van de kisten waren ook tal van boeken beschadigd.