“Zoals ’t goed burgerschap betaamt, stelde ik toen ik vernam dat m’n bejaarde buurvrouwtje ziek was, voor om met haar hondje Mistral te gaan wandelen. “Neejeneeje… Mijn dochter doet dat met alle plezier!”
“Okeej, maar ik zal u toch mijn telefoonnummer geven voor in ’t geval wanneer uw dochter eens niet kan, misschien?”
Zo gezegd, zo gedaan!
Het moment was daar dat ik ’n heel krakkemikelig stemmetje aan de lijn kreeg of ik vanmiddag eventueel kon. ’t Kwam mij eerlijk gezegd bepaald niet goed uit, maar ik stemde in en stond niet veel later in haar inkomhalletje naar een overbodige uitleg over leiband en kakzakjes te luisteren.
Er speelde zich een reklaampje voor hyper absorberende luiers voor me af en stapte ik op de eerste moeder met baby af.
In Mistrals ogen zag ik dat ie enthousiast was, óf dat ie gewoon dringend moest!
’t Weer zat mee en ik presenteerde hem telkens iets vertragend ieder boomperkje of rioolgat, hetgeen ie steevast negeerde en ’n beetje dommig naar me keek waarom ik vertraagde.
‘De pootjes even strekken,’ leek prioriteit!
Omdat ’t me al bepaald écht niet goed uitkwam, dacht ik “Kereltje, pissen of kakken zál je nu toch, hoor!”.
Met ’n bepaalde telepathie die honden soms eigen lijkt te zijn, leek ie m’n gedachten te vangen en hondhurkte ter plaatse pal in ’t midden van ’n pleintje vol spelende kinderen, waarvan ik nu weet er omheen gelopen te moeten hebben, en moeders die uit plastieken wijnglazen wijn zaten te sippen.
Met Mistral dus in kakhouding en ik al ’n kakzakje gereed nemend, voelde ik alle moedersogen branden…
Ik verwachtte me eraan ’n welgevormd worstje of hoopje op te rapen en netjes in één van de hier wél voldoende aanwezige vuilbakken te droppen, maar dat was duidelijk buiten Mistral gerekend!
Wat ie daar poneerde was verre van iets wat ik ooit al gezien had. Hij lekte eerst wat schuim en eindigde met iets dat best te beschrijven valt als een bruinzwarte bruistablet netjes in het midden van het schuimpje en daar stond ik met m’n zakje en alle priemende brande-ogen!
Met alle beste wil van de wereld kon ik die smerigheid met m’n zakje enkel wat uitsmeren, hetgeen op heel wat commentaar van de wijnmoeders zou onthaald worden.
Shit zeg! Wat nu gedaan?
Dankbaar om het brein dat ik kreeg, speelde een reklaampje voor hyper absorberende luiers zich voor me af en stapte ik op de eerste moeder met baby af “of dat ik eventueel een luier kon overkopen”, zonder de bruisende poel enig moment uit het oog te verliezen.
Maar plots had ze alle begrip toen ze het bruin schuim zag en nam haar kind van me over.
Vanzelfsprekend had deze mevrouw “er maar net genoeg zelf bij”, maar bood haar buurvrouw, volgens mij moeder van een al stappend luierkind, me er gratis één aan.
Op de korte terugweg zag ik zo’n stappertje recht op de bruiskak af stappen, liet Mistral los en onderschepte het stappertje net op tijd! De brullende leeuwin van die welp, kwam zowel defensief als offensief krijsend op me afgerend, maar had plots alle begrip toen ze het bruin schuim zag en nam haar kind van me over.
Terwijl ik met de ‘Pamper’, moet wel gezegd dat ’t géén B-merk was, effectief heel het boeltje perfect absorberend opdepte, zag ik godzijdank in een ooghoek dankbaar Mistrals leibandje in de hand van een meneer die ‘k al wel eens eerder zag.
Waarom weet ik niet, maar terwijl ik me diens richting uit begaf, trachtte ik nodeloos en op automatische piloot de luier in de veel te smalle kakzak nog te stoppen.
Luier én zakje in de vuilbak en van “Dankuwel meneer!”, wandelde ik terug richting buurvrouw en stopte Mistral, alsof ie twee dikke middelvingers had aan de eerstvolgende boomperk nog voor een plasje…
Eens terug, bedankte de buurvrouw me en zei: “Amai, precies ’n flinke wandeling gedaan?!”.
Om er vanaf te zijn zei ik zo ongeërgerd mogelijk: “Jazeker, even de pootjes strekken, hé!”.
“Vanavond kan ik onverwachts naar de Ardennen, dus het spijt me maar ik kan dan dus toch niet meer”, loog ik en bleef de volgende drie dagen binnen. (Micha Milants)