“In het begin vond ik het een beetje eng, daklozen aanspreken.”
Waarom koos ik dit? Ik denk omdat ik echt iets wou betekenen voor iemand, voor de maatschappij, en daarbij ook het gevoel wou ervaren dat ik uit mijn comfortzone kan treden.
In het begin vond ik het immers wel wennen en een beetje eng. Je geeft wel eens eten of centjes aan een persoon in armoede op straat, maar ze echt aanspreken en vragen of ze soep willen, een babbel met hen proberen te slaan… dat is toch nog iets anders. Gelukkig ebde dit gevoel na enkele maandagen weg. Ik denk dat dit kwam, omdat ik met sommige mensen een band kreeg: je (her)kent elkaar en je praat over van alles en nog wat. Dat kan heel oppervlakkig zijn, maar ook warm en gezellig of diep, gevoelig en moeilijk.
Voor mijn vrijwilligerswerk als studente aan Hogeschool Thomas More ontdekte ik Sant Egidio, Kamiano in de Kammenstraat. Deze organisatie doet veel, maar ik koos ervoor om mee te gaan met de soepmobiel, een rode bakfiets die je vast al eens hebt zien passeren op de Meir of de Groenplaats. Deze mobiel toert samen met een klein team vrijwilligers rond in het centrum van de stad met soep en een babbel voor mensen in armoede en daklozen.
Sara Robenek: “Je moet kijken naar de kracht en de energie die deze persoon wil steken in een beter leven.”
Dit engagement is voor mij een enorme wake-upcall geweest: het leven dat ik heb, is niet voor iedereen weggelegd en bovendien heeft niet iedereen gekozen voor het leven dat ze moeten leiden (of soms zelfs lijden…). Ik denk dan ook dat je niet moet kijken naar de reden waarom iemand dakloos is geworden, maar naar de kracht en de energie die deze persoon wil steken in een beter leven, want het kan iedereen overkomen, ook jou. Daarom is het belangrijk dat we allemaal lief zijn voor elkaar en elkaar met kleine beetjes proberen te helpen, want waar een wil is, kan een weg ontstaan.
(Sara Robenek, studeerde Toegepaste Arbeids- en Organisatiepsychologie, Hogeschool Thomas More, Campus National in de Kronenburgstraat)