Verloren gewaande beiaardklok uit verdwenen Sint-Michielsabdij uit de Kloosterstraat hangt nu in de Sint-Andrieskerk —>>>

De Sint-Andrieskerk is nu volledig gerenoveerd onder de kundige leiding van het architectenbureau van Rutger Steenmeijer. Eerder reeds nam dit in monumenten gespecialiseerde buro de Sint-Pauluskerk en momenteel de Sint-Jacobskerk onder handen.

Het renovatiedossier voor de Sint-Jacobskerk werd opgestart in 1978, toen Seenmeijer nog een beginnend architect was, maar ondertussen een gespecialiseerde autoriteit op gebied van erfgoedmonumenten.

Architect Rutger Steenmeijer

Zo’n renovatie is geen sinecure, want de renovatie van een historisch gebouw moet gebeuren in samenspraak (dossiers, dossiers !!!) met allerlei instanties betreffende erfgoed, monumentenzorg, stedebouw, veiligheid, milieu en noem maar op. Het renovatiedossier voor de Sint-Jacobskerk waar het Buro Steenmijer nu mee bezig is werd opgestart in 1978. Rutger Steenmeijer was toen nog een beginnend architect, maar ondertussen een gespecialiseerde autoriteit op gebied van erfgoedmonumenten. Na een onderbreking van het dossier heeft hij het enkele jaren geleden terug opgestart.

De Angelusklok die door roestend materiaal zeer slecht was ondersteund in de vieringtoren bleek bij het neerzetten op de grond een beiaardklok uit de Siint-Michielsabdij. Getuige daarvan een afbeelding van de heilige Bartholomeus, van de Norbertijnerorde, orde die in 1124 de Sint-Michielsabdij oprichtte. De vieringtoren op de huidige Snt-Andrieskerk, een kleine torentje op de kruising van de hoofd- en dwarsbeuk, ontdekte men nu ook, was gebouwd als tijdelijke oplossing toen de hoofdklokkentoren, door verkeerd geschoord, in 1755 instortte.

In Mechelen lachen ze daar nog mee en zingen: “Beter blussen zonder brand, dan schoren zonder verstand.”

Het boek Het verhaal van een klok en haar abdij is een must voor alle wijkbewoners en ook ver daarbuiten. Het vertelt veel over de Sint-Michielasabdij en de Sint-Andrieskerk, maar ook over de geschiedenis van de klokkenindustrie in het algemeen. Het klokken gieten was gespecialiseerd precisiewerk. Wist je bijvoorbeeld dat klokken dikker worden gegoten dan afgewerkt? Ze worden telkens op hun kop gezet en met een draaiende beweging wordt de binnenkant uitgeschraapt tot de juiste dikte zodat ze de juiste klank voortbrengen. Met hamerslagen wordt de juiste toon gecontroleerd. Dat gebeurt door er een xylofoon met metaalstrookjes naast te leggen. Een bepaald plaatje dat overeenkomt met de juiste toon moet dan in resonantie beginnen trillen. Maar de luide gong van de klok overstemt de xylofoon. Daarom strooit men zand over de plaatjes zodat men het visueel kan vaststellen.

Ook familieden van pater Jozezf Van Osta waren naar de boekpresentatie gekomen.

Het was een aangename boekvoorstelling en de feestzaal Why Waai van de Sint-Andrieskerk liep aardig vol met geïnteresseerden die hun exemplaar wilden laten handtekenen door pater Jozef Van Osta.

.
Ook zijn nicht Grit Van Osta, (toevallig niet op de groepsfoto, want toen even onvindbaar) die ooit nog op hem moest babysitten als peuter: “Je mag bij onze Jef echt wel spreken van een roeping. Ik heb nog op hem gebabysit. En als kind speelde hij al misjes na en wij moesten dan de parochianen zijn en met een stuk brood uit de keuken ter communie gaan.”

Nicht Grit Van Osta

Klokkenzot Luc Rombouts (dixit hemzelf) en gesprek met pastoor Mannaerts
over de Angelusklok in de vierentoren.

Het verhaal van een klok en haar abdij is verkrijgbaar bij (logisch!) Erik Tonen Books, Kloosterstraat 48 (Openingsuren: Dinsdag t/m Zondag van 13.00-18.00u.) of via zijn website
(hardcover, 128 pag. met illustraties in kleur, 27 x 19.5 cm. beperkte oplage. ISBN 9789090398013. Prijs: 50 euro)

<<<— TERUG naar HOME met recent nieuws