Radiopresentator en stemcoach Piet Ceuppens: “De stem is de jukebox van de ziel.”

Piet Ceuppens: “Soms om vijf uur ’s morgens, in de sneeuw,
nog voor er zout werd gestrooid, de E19 op.”


Wie reed er gedurende jaren elke ochtend voor dag en dauw met de wagen naar Brussel, luidkeels tipetapetoe reciterend met glissando’s en zoemoefeningen als stemopwarming? Piet Ceuppens uit de Pompstraat, die ’s ochtends de verkeersinformatie op StuBru verzorgde. Hij is sinds kort met pensioen en heeft dus tijd voor een gesprek. Hij geeft tips voor ieders dagelijks leven. En hoe met andere ogen en oren naar nieuwslezers kijken en luisteren heel boeiend kan zijn. 

Geboren in Tervuren studeerde hij in Leuven af als logopedist in 1982. Hij had z’n praktijk, gespecialiseerd in stemproblemen in Tervuren en nadien in Hoboken. Toen Radio 1 stemmen te kort kwam werd hij geëngageerd bij de Verkeersredactie, de kweekschool waar ook Ivan De Vadder en Chris Dusauchoit zijn begonnen.

Illustere onbekenden opgeleid tot BV’s

PIET: Het was om half vijf opstaan om om kwart voor zes te beginnen. Zelfs in de sneeuw op de E19 voordat er zout was gestrooid. Toen Radio Donna begon verkaste ik naar daar. Ik ging toen ook stemoptimalisatie geven bij o.a. KU Leuven en de Katholieke Vlaamse Hogeschool, thans gefusioneerd tot Thomas More waar ik op campus Sanderus ook aan de wieg heb gestaan van de afdeling Audiologie. 

Toen vroeg ook de VRT of ik niet als logopedist , presentator én nieuwslezer, de radiostemmen wilde coachen. Dat ben ik dan blijven coördineren tot 2018. Ik krijg nu nog veel dankbaarheid van illustere onbekenden die ik heb opgeleid tot BV’s, zoals o.a. Goedele Wachters, Bart Schols van De Afspraak, Tom Van de Weghe en Annelies Van Herck.  

Goeiedag zeggen

–  Je woont sinds 2015 in de Pompstraat.

PIET: Ik was meteen gecharmeerd door de warmte van de wijk, heb me geëngageerd voor Zorgzame Straten en ben van toen af aan goeiedag beginnen zeggen tegen alle buren. Zo ontstaan er persoonlijke gesprekken. Tijdens de lockdown bleek hoe heilzaam dat kan zijn. De mens is een sociaal dier. Als iemand z’n miserie kan vertellen lucht dat op. Gedeelde smart, halve smart. Gedeelde vreugde dubbele vreugde.

Goed of slecht nieuws?

–  Als we ongeïnteresseerd naar radio of tv luisteren kan het toch nog boeiend zijn, want elke spreker is anders gebekt? Waar kunnen we op letten?

PIET: Eerst heb je het dynamisch accent met luidheidsklemtonen op bepaalde woorden. Typisch bij nieuws en weerbericht. Dan heb je het melodisch accent, de toonhoogte verhoogt bij een belangrijk woord. Radio 1 gebruikt meer het dynamisch accent, Radio 2 het melodisch accent. Dan is er het tijdsaccent, stiltes voor en na bepaalde woorden om de spanning op te drijven. Gebeurt dikwijls bij sportuitslagen of Oscaruitreikingen. 

En dan heb je op tv nog de gelaatsuitdrukkingen en hoofdknikjes. Stef Wauters is daar goed in. Elke presentator heeft z’n eigen stijl. Typisch aan Bart Peeters is dat hij als presentator mensen in hun waarde laat. Erik Van Looy werkt met tekstkaartjes, maar heeft een ongelooflijke naturel. En van Fien Germijns op tv wordt je vrolijk. De stem is de juke-box van de ziel. Wanneer iemand je telefoneert hoor je na de eeerste zin al of er goed of slecht nieuws komt. 

Zoals in soaps

–  Spreken in het openbaar of op vergadering, wat we allemaal al eens moeten, is een ander paar mouwen.

PIET: Tijdens een vergadering is het belangrijk korte zinnen te gebruiken en met iedereen, zonder uitzondering, oogcontact te maken. En tijdens voordrachten richt ik m’n blik op verschillende zones, groepen, zodat iedereen zich aangesproken voelt. En beginnen met een EARcatcher. Voor 1 600 logopedisten begon ik eens met: Logopedisten kennen niets van stemcoaching. Meteen raak! En eindigen met een cliffhanger, een bijblijver die een vraag oproept maar geen antwoord, zoals in de soaps. 

–  Ooit spannende momenten meegemaakt?

PIET: Nieuws moeten lezen bij Radio Donna terwijl de papieren net uit de printer rolden. Het laatste blad waren ze nog aan het schrijven toen ik al bezig was. Aan het laatste woord van blad 2 schoof men het derde blad onder m’n neus, dat ik vooraf dus niet had kunnen lezen … over een Russische tennister met een onuitspreekbare naam waarvan ik nog nooit had gehoord. Daar spartel je dan door.