Gids Jo Van Dessel lijkt wel een persoonlijke vriend van Christoffel Plantijn

Met zelfstandig gids Jo Van Dessel (frisse 50-er en zot van pasta) op een terrasje op de Vrijdagmarkt één koffie drinken is niet genoeg. Het worden er bijna drie.
In z’n enthousiasme over het Museum Plantin-Moretus springt hij van de ene wetenswaardigheid op de andere petite histoire van het museum. Zoals hij erover vertelt, lijkt Jo bijna een persoonlijke vriend van Christoffel Plantijn te zijn geweest. 

Hij vertelt zo beeldend dat je haast in een historische film zit. Hij is niet voor niks historicus van opleiding en zot van geschiedenis. Wijzend naar de voorgevel: Zie je die stootbollen aan de ingangspoort? Opdat de koets niet tegen de muren zou schuren. Aan de galerij in de tuin is het ooit wél gebeurd.

Vrienden lieten hem failliet verklaren 

En over Christoffel Plantijn zelf vertelt Jo: Dat moet een kerel zijn geweest. Zonder geld als tiener in Parijs gesukkeld. Voor de kost boekbinder geworden. Naar Antwerpen uitgeweken rond 1550. En geëindigd met een drukkerij met 50 man personeel, 16 drukpersen en als Aartsdrukker van koning Filips II van Spanje, de grootste drukker van Europa. Toen z’n personeel een keer zonder zijn medeweten een protestants pamflet had gedrukt, zou de drukkerij worden aangeslagen en verbeurd verklaard. Z’n vrienden en vennoten hebben zich dan voorgedaan als grote schuldeisers, een publieke verkoop afgedwongen op de Vrijdagmarkt (zoals vandaag), en de opbrengst later, toen de kust weer veilig was, opnieuw aan Plantijn bezorgd, zodat die nieuw materiaal kon kopen en weer verder kon. Wat een stunt. Hij heeft ook veel last gehad van de Spaanse Furie, tijdens dewelke hij 9 keer z’n leven heeft moeten afkopen en 3 keer zijn drukkerij moest blussen. Hij was zo goed als geruïneerd, maar toch komt hij er ook hier weer bovenop.

Hij zwom als een paling

JO: Qua religieuze overtuiging draaide hij permanent van links naar rechts, zwom overal als een paling tussendoor en haalde op die manier de grootste drukorders binnen. En waarom Rubens zoveel illustraties voor de drukkerij ontwierp? Plantijn zijn kleinzoon Balthazar Moretus was een schoolvriendje van Rubens. Het logo met de Gulden Passer boven de ingang van het museum is er een mooi voorbeeld van.

En waarom zijn er verschillende kattenluikjes in het museum? De drukkerij liep vol katten om de muizen, gek op papier, buiten te houden. Er liepen ook honden rond. Maar daardoor moest de laatste die de drukkerij verliet steeds een stolp op elk haardvuur zetten zodat de huisdieren met hun staart geen brand zouden stichten.

Vuil Jeanne

JO: Je moet weten, Plantin-Moretus is veel meer dan een museum; het is Cultuur-historisch onderzoekscentrum van wereldniveau. Er worden ca. 80.000 prenten en tekeningen bewaard, 14.000 houtsnijblokken en 3.000 kopergravures om illustraties te drukken, en in de bibliotheek zitten ca. 25.000 boeken van voor 1800 en 638 middeleeuwse handschriften. Alles is UNESCO werelderfgoed.

En tot afscheid nog dit. JO: Ik heb een sterke band met de buurt. In de Lange Ridderstraat 63 ooit het huis gekocht van “Vuil Jeanne”, destijds gekend in de straat. En we hebben het geweten. Er was geen douche en het huis moest ontsmet worden…

Jo Van Dessel werkt als zelfstandig gids in het Museum Plantin-Moretus, Museum Mayer-Van den Bergh en binnenkort ook in het Rubenshuis en het Snijders-Rockoxhuis. Verder leidt hij groepen rond in het Memoriaal van het Fort van Breendonk en in de weinig bekende 16e eeuwse forten van Liefkenshoek en Lillo aan de Schelde. Zijn website vind je hier. En alles over het Museum Plantin-Moretus hier.