Sinds kort hangt er aan de voorgevel van het coStA op de Sint-Andriesplaats een defibrillator die bij eenhartstilstand of hartritmestoornissen levens kan redden. Het is een initiatief van de stad en kadert in een project om Antwerpen hartveiliger te maken. In de nabije toekomst wil de stad ook workshops organiseren om burgers te leren reanimeren.
Vroeger mochten alleen artsen en speciaal opgeleide verpleegkundigen een automatische externe defibrillator (AED) bedienen. Sinds 2007 mag iedereen dit doen, op voorwaarde dat het om het volautomatische type gaat,want zo’n toestel analyseert het hartritme van het slachtoffer en bepaalt autonoom of een elektrische schok wordt toegediend. Als een schok het slachtoffer niet kan helpen, zal het toestel er ook geen toedienen. Het is dus onmogelijk om dit toestel verkeerd te gebruiken.
Eenvoudig te bedienen toestel
Het AED-toestel aan de gevel van het coStA is een volautomatisch toestel en eenvoudig te bedienen; je moetzelf geen knop indrukken om stroomstoten toe te dienen. Het zit in een buitenkast die je makkelijk kan openen door het deksel naar links te draaien. Vervolgens moet je het toestel enkel aanzetten en de mondelinge instructies volgen. Zo zal een stem je de opdracht geven om de hulpdiensten te alarmeren, om het bovenlijf van het slachtoffer te ontbloten en om de elektroden aan te brengen. Het toestel zal op een bepaald moment ook vragen om het slachtoffer niet meer aan te raken, zodat een analyse van het hartritme kan worden gestart in functie van een eventuele stroomstoot.
Het toestel aan het coStA is een tweetalige versie (NL/FR) met elektroden die zowel voor volwassenen als kinderen geschikt zijn. In geval het om kinderen gaat, zal je enkel de knop ‘kindermodus’ moeten indrukken.
Wat te doen in noodsituaties?
Een AED-toestel vormt slechts een onderdeel van het levensreddend optreden in noodsituaties. In zulke situaties is het belangrijk om volgende stappen te zetten:
1. Kijk eerst of je het slachtoffer veilig kunt benaderen en helpen. Indien nodig en mogelijk, breng je het slachtoffer naar een veiligere plek.
2. Ga na of het slachtoffer bij bewustzijn is: schud zachtjes aan de schouders en vraag of alles OK is.
3. Indien het slachtoffer niet reageert, ga je na of de ademhaling van het slachtoffer normaal is.
- Leg het slachtoffer op de rug en open de luchtweg: leg één hand op het voorhoofd en kantel het hoofd voorzichtig naar achteren. Til de kin op met 2 vingertoppen van de andere hand (kinlift).
- Hoor/luister/voel gedurende 10 seconden of de ademhaling normaal is.
- Indien het slachtoffer normaal ademt, draai je het slachtoffer in stabiele zijligging en controleer je regelmatig de ademhaling.
4. Bel naar de noodcentrale 112 of laat iemand bellen. Leg de telefoon op speaker naast het hoofd van het slachtoffer. De medewerker van de meldkamer begeleidt je telefonisch tijdens de verdere hulpverlening.
5. Als het slachtoffer bewusteloos is en niet normaal ademt, start je onmiddellijk met de reanimatie en vraag je iemand om een AED-toestel te halen, in geval er geen binnen handbereik is. Wanneer je alleen bent, verlaat je het slachtoffer niet en concentreer je je op de reanimatie.
6. Van zodra een AED-toestel beschikbaar is, zet je het aan en bevestig je de elektroden volgens de gesproken instructies. Tracht de reanimatie niet of zo weinig mogelijk te onderbreken, terwijl de elektroden worden bevestigd.
7. Ga ononderbroken verder met de reanimatie en defibrillatie volgens de AED-instructies, totdat de ziekenwagen of MUG ter plaatse is.
Hoe reanimeren
In de reanimatieopleiding leer je dat ‘30 borstcompressies afgewisseld met 2 beademingen’ de beste overlevingskansen bieden voor het slachtoffer. Indien je echter niet (veilig) kan of wil beademen, geef dan ononderbroken borstcompressies. Dit is veel beter voor het slachtoffer dan niets te doen. Denk er ook steeds aan om zo snel mogelijk het noodnummer 112 te bellen.
Hoe ga je tewerk?
1. Plaats je handen in het midden van de borstkas en geef borstcompressies.
- Duw krachtig: minstens 5 cm diep maar niet meer dan 6 cm.
- Doe dit 30 keer in een tempo van 100-120 keer per minuut (op het ritme van ‘Staying Alive’ van deBee Gees).
2. Als je getraind bent om compressies te combineren met beademing, beadem dan 2 keer.
- Lift de kin omhoog en knijp de neus dicht.
- Adem normaal in en adem in 1 seconde gelijkmatig uit in de mond van het slachtoffer. Kijk daarbij uit je ooghoek of de borstkas van het slachtoffer omhoog komt. Doe dit 2 keer.
- Onderbreek de borstcompressies nooit meer dan 10 seconden voor deze beademing.
3. Ga door met reanimeren en wissel steeds 30 borstcompressies af met 2 beademingen. Een mogelijk alternatief is om ononderbroken borstcompressies te geven.
4. Ga telkens door, totdat het AED-toestel aangeeft om afstand te nemen in functie van het eventueel toedienen van een stroomstoot. Hervat nadien opnieuw de reanimatie.