Ook Gaby Guldix en Ludo Van Immerseels van de heemkundige vereniging Erfgoed Sint-Andries Antwerpen en pastoor Rudi Mannaerts van de Sint-Andrieskerk waren zeer geïnterreseerd in de herdenkingsplaat.
Op de Scheldekaaien ter hoogte van de Sint-Mchielsstraat werd door schepen Annick De Ridder van stad Antwerpen een herdenkingsplaat geplaatst ter herdenking van de stichting van de Sint-Michielsabdij 900 jaar geleden door Norbert van Gennep (ca. 1080-1134), de latere heilige Norbertus.
Deze geestelijke stond aan de oorsprong van de Norbertijnen.
Vanuit Antwerpen volgden later nog andere belangrijke kloosterstichtingen, onder meer in Tongerlo, Averbode en Grimbergen.
Nadien volgde een druk bijgewoonde studiedag 900 jaar Sint-Michielsabdij in het Felix-archief.
Rijke geschiedenis onder onze Scheldekaaien 3 jaar geleden voor even blootgelegd
Aanvankelijk was het de bedoeling de ondergrondse parking(s) van de Gedempte Zuiderdokken onder de Sint-Michielskaai te bouwen. Dat plan werd echter teruggefloten, toen bleek dat zich daar in de ondergrond belangrijke archeologische restanten bevonden van zowel een verdedigingsbastion, restanten van de pandgang van de Sint-Michielsabdij en scheepswerven als magazijnen.
De Sint-Michielsabdij was bij haar oprichting een van de belangrijkste abdijen in Europa.
De pand- of kloostergang is een ruime vierkante binnenplaats met eromheen een overdekte gaanderij. Aan de randen bevonden zich begraafplaatsen waarvan de skeletten, van o.a. drie kinderen, weer zichtbaar werden. Van één skelet werd het zand op het bekken niet verwijderd om nadien de darminhoud te kunnen ontleden om zo iets over de voeding van toen te achterhalen. Hier werden enkel kloosterlingen en belangrijke personen uit de lokale politiek of mecenassen begraven. Gewone stervelingen werden begraven op het kerkhof aan de noordzijde van de Sint-Michielskerk.
Oorspronkelijk een parochiekerk
Het was niet eenvoudig om te bepalen waar sleuven moesten worden opengelegd. Onderzoeken met georadar vertoonden vele storingen door de aanwezigheid van puinlagen en metalen in de ondergrond. Zo toonden een aantal radarbeelden ook structuren die geen archeologische betekenis hadden, maar recente verbouwingen, leidingen en dergelijke bleken te zijn. De Sint-Michielsabdij, oorspronkelijk een parochiekerk, was bij haar oprichting een van de belangrijkste abdijen in Europa. De abt van de abdij had zelfs een riant buitenverblijf in de buurt van het huidige Beerschot Stadion op het Kiel.
Kromme Elleboogstraat en Arsenaalstraat
Deze plek in onze wijk was samen met de burcht een versterkte nederzetting waarvan Het Steen het laatste restant is: de eerste Antwerpse nederzetting. Beide plekken lagen hoger en de oever van de Schelde was ideaal om internationale handel te drijven.
Vanuit de zuidelijke citadel werd door het Nederlandse leger het gebouw de genadeslag toegebracht.
Uitkijktoren
In 1796 werd het klooster tijdens de Franse revolutie verbeurd verklaard en heringericht als opslagplaats en kantoren voor de scheepswerven die Napoleon er bouwde om Engeland aan te vallen. Aan de zuidkant werd een arsenaal (Arsenaalstraat!) gebouwd voor de opslag van oorlogswapens en munitie. Tijdens de revolutie van 1830 gebruikten de Belgische opstandelingen de toren van de Sint-Michielsabdij als uitkijktoren, terwijl het Nederlandse leger vanuit de zuidelijke citadel (ter hoogte van het huidige Museum Voor Schone Kunsten Antwerpen) het gebouw de genadeslag toebracht. Stenen van de ruïne werden gerecycleerd voor tal van gebouwen in de stad.
Kromme Elleboogstraat, gekste straatnaam van provincie Antwerpen
Vermeldenswaard is nog dat de inkom van de Sint-Michielsabdij naar het westen, dus de Schelde, is gericht. De straatnaam Kromme Elleboogstraat werd reeds in 1409 vermeld als toegangsweg tot de Sint-Michielskerk. Vanuit de Kloosterstraat was dit dus wel een hele omweg. Vandaar de naam! In 2016 werd ‘Kromme Elleboogstraat’ door de luisteraars van Radio 2 uitgeroepen tot de gekste straatnaam van de hele provincie Antwerpen, maar wanneer je de oorsprong van de naam kent, is die niet meer zo gek.
Restanten zijn gevonden op het uiterst westelijke deel naar de Schelde toe, aanvankelijk waarschijnlijk gebouwd als kelder en nadien gebruikt als aal- en beerput. Een beerput is de ideale vindplaats voor schalen en bekers die in de hoeken zijn achtergebleven. Bij het legen van de putten werd de inhoud verkocht aan boerderijen als natuurlijke meststof waardoor tal van scherven ook op velden buiten Antwerpen terechtkwamen.