Houd-a-zot, dan moette nie wareke’ was zijn lijfspreuk.
Zoon van fruitverkoopster Mie Citroen
De naam Zotte Rik doet wel bij iedereen in de wijk een belletje rinkelen. Eerfgoed Sint-Andries Antwerpen heeft zelfs een reus, geboetseerd naar zijn gelijkenis. Hij kwam op 10 november 1854 ter wereld als een onwettig kind van Maria Theresia Geley, beter bekend als Mie Citroen. Nog geen twee jaar oud, week hij met zijn moeder uit naar Breda. Een jaar later verhuisden ze naar de Kaasstraat 13 in Antwerpen. Zij woonden een tijd in ’t Schipperskwartier waar zijn moeder in het huwelijksbootje stapte met Henricus van Aken die haar kind erkende en wettigde.
Zotte Rik, speelvriendje van een bende straatkinderen.
Aan één oog blind door een klad kalk
Rik, die toen tien jaar oud was, zou voortaan Rik van Aken heten. Het huisgezin kwam zich nu voorgoed vestigen aan de Lange Riddersstraat 1 waar Mie Citroen met fruit leurde en later een winkeltje zou houden. Hier ravotte Rik op straat met de kinderen van zijn kantje. Bij het spel aan een huis in opbouw kreeg hij een klad kalk in het oog, waardoor hij aan één oog blind werd.
Aanvallen van hete koorts
Door zijn kameraadjes werd hij de Schele of de Lodderoog genoemd. Alsof dit nog niet genoeg was, liep hij tijdens een aanval van hete koorts dolend de straat op. Zijn gezondheidstoestand verergerde zodanig dat hij begon te spelen. Rik was niet krankzinnig geboren, want hij kon lezen en schrijven. Toch kon hij sindsdien geen stiel aanleren. Vanaf dit ogenblik zou iedereen hem leren kennen als Zotte Rik.
Deelde schriftjes, griffels en prentjes uit
“Houd-a-zot, dan moette nie wareke,” herhaalde hij aan al wie het wou horen. Mie Citroen dacht daar nochtans anders over. Voor dag en dauw vloog hij van zijn strozak af om naar de vroegmarkt groenten en fruit te halen. Zotte Rik was gelukkig, wanneer een hele bende straatkinderen hem naliep, aan wie hij schriftjes, griffels en prentjes kon uitdelen. Het geld hiervoor haalde hij ‘s zondags op bij vrienden en kennissen.
Bekeurde als ‘gardecivique’ alle mensen omdat ze hun vuilnisbak buiten hadden laten staan.
Met zijn pagadders maakte hij ook muziek. Hij stelde ze op in rijen voor de taptoe. Dan haalde hij zijn mirliton te voorschijn en gaf de toon aan. En weg waren ze …
Overdadig drinken
Met de straatbengels speelde hij ook gardecivique. Op een mooie dag haalde hij het zelfs in zijn hoofd voor politieagent te spelen, aan de huisdeuren te bellen en alle mensen te bekeuren, omdat ze hun vuilnisbak buiten hadden laten staan. Dit woelige leven en vooral het overdadig drinken deden Rik geen goed. Zienderogen ging hij achteruit, zodat zijn familie besloot hem in een rustige omgeving te plaatsen. Zo werd hij in 1907 bij een boer in Geel uitbesteed. Als gevolg van de veelvuldige zenuwaanvallen was men genoodzaakt hem in een krankzinnigengesticht in Mortsel te plaatsen, waar hij op 12 maart 1909, 55 jaar oud, overleed.
(Erfgoed Sint-Andries Antwerpen (bovenstaande foto’s reus en wijkfeest: Jan Stes)