Wachten (COLUMN – leestijd: 1,5 minuut)

Wachten. Staand, zittend of hangend. Daar ben ik ontzettend goed in. In de wachtkamer van de huisarts, in winkels, wachtend op de tram in de Nationalestraat, aan stoplichten.

Voor mij is wachten een heerlijk moment om zonder schuldgevoel te niksen. Alle drukte om je heen zakt als bezinksel in je hoofd. En er komt tijd vrij voor andere gedachten, meestal nieuwe ideeën. Zoals o.a. dit stukje.

Dikwijls zie je mensen in wachtkamers met de handen in de schoot wezenloos naar de muur zitten staren met af en toe een verontwaardigde luide zucht in de hoop op een gelijkgestemde reactie. Velen lopen er figuurlijk de muren van op en vertellen het later uiterst verontwaardigd aan iedereen die het horen wil.

Maar ik niet. In de huisartsenwachtkamer is de wachttijd voor mij altijd te kort om geboeid alle tijdschriften te kunnen doorbladeren. Ik spreek nu over pre-Coronatijd. Maar toen lette ik er wel op om de pagina’s niet om te draaien door met een natte vinger de rechteronderhoek om te plooien. Want dat doet iedereen. En iedereen in de wachtkamer heeft wel iets. Anders zaten ze er niet. Sinds corona, toen de tijdschriften werden verbannen, neem ik een boek mee. En of ik nu thuis zit te lezen of in een wachtkamer, het is zelfs winst op m’n energierekening.

Aan loketten van ziekenkas of bank hoor ik graag de verhalen en klachten van anderen aan. Alles wat vlot loopt gebeurt online. Maar het zijn de complexe gevallen over misgelopen betalingen en gemiste adresveranderingen, die het loket halen. Zelfs verhalen over ex-en komen er aan bod. Aan de kassa van supermarkten neem ik graag de tijd om uit te zoeken of er een verband bestaat tussen de aankopen en het uiterlijk van de klant. En of er samenhang zit in de aankopen.

In computerwinkels duurt het voor mij nooit lang genoeg. De adviezen die klanten vóór mij krijgen kunnen mezelf ooit ook wel eens van pas komen. Bij Volders in de Nationalestraat heb ik het verschil geleerd tussen wol en katoen. Bij Electro Zuid vernam ik dat Led-lampjes dikke of dunne contactpinnetjes hebben (12 of 220 Volt). Maar als er bij Italiaanse traiteurs een Italiaansprekende klant vóór me staat, breek voor mij de hel los en hoor ik het in Keulen zangerig donderen. Spijtig dat de bediening aan de kassa’s van al onze supermarkten in de wijk zo vlot verlopen. Geen tijd voor verhalen.

Stoplichten zijn dan weer ideaal voor discrete yoga-oefeningen, zoals ademhalings- en discrete ontspanningsoefeningen. Niemand merkt er wat van. Ruim de tijd aan het kruispunt Nationalestraat/Kammenstraat en aan het Tropisch Instituut. Maar daar geen ademhalingsoefeningen, beetje schrik van mogelijks ontsnapte virussen.

Er is wel één plek waar ik het wachten haat. Thuis aan de telefoon wanneer ik na het verplicht intoetsen van 1, 4, 2 enz. na 10 minuten nog steeds geen levende persoon aan de lijn krijg. Zoals bij … (zelf in te vullen). (Guido Sanders)